COLUMN Wim Lockefeer: On screen (19)

Je bent hier:  Home » Nieuws » COLUMN Wim Lockefeer: On screen (19)

Begin maart van dit jaar verscheen naar jaarlijkse gewoonte het rapport van de Pew Center over de situatie waar nieuwsmedia zich in bevinden anno 2010.  Kommer en kwel alom : dalende omzetten, minder advertentie-inkomsten, duurdere productiekosten. ABC News was daarbij één ding opgevallen: vooral de krantenstrips moesten het ontgelden. De Sunday Comics, de zondagsbijlages vol strips, moesten afslanken (of werden, zoals bij de New York Times, volledig afgeschaft), en striptekenaars zien de ene krant na de andere van hun klantenlijst verdwijnen.

Wat een verschil met honderd jaar geleden, toen de funnies een hoofdrol speelden in de krantenoorlogen tussen William Randolph Hearst en Joseph Pulitzer. Tekenaars als Outcault (‘The Yellow Kid’) werden als stervoetballers voor steeds hogere bedragen weggekocht bij de andere, en ondertussen bloeide er een kunstvorm die zijn gelijke niet kende. Zelfs in 2008 noemde de Newspaper Association of America de strips één van de meest gelezen katernen in de krant, naast lokaal nieuws en sport. Waar is het ondertussen zo mis gegaan, en vooral, speelde het internet daarin een rol?

Je zal op de gemiddelde krantensite inderdaad lang moeten zoeken voor je de strips vindt. De New York Times of zelfs de populaire krant USA Today hebben ze niet, terwijl je bij de Washington Post eerst je mailadres moet achterlaten voor je ze te zien krijgt. Dat wijst inderdaad op een zekere vorm van waardering als premium content (het gouden kalf waar elke krantenuitgever nu naar zoekt: aanbod waar mensen iets voor over hebben). Tegelijk zitten de strips zodanig weggestopt op de site dat het zo’n beetje op een verplicht nummertje lijkt. Een lokale krant als de Miami Herald biedt ze dan weer zonder hindernissen aan, maar ook hier moet je al weten waar je moet zoeken voor je ze vindt.

Portals

Deze ietwat stiefmoederlijke houding is ten dele te wijten aan het feit dat de syndicaten, de organisaties die strips aan kranten slijten, sinds een tiental jaren de kranten overslaan, en zelf hun waren aan de man brengen. King Features (een onderdeel van de Hearst-groep, met ‘Beetle Bailey’ (‘Flippie Flink’ in het Nederlands), ‘Hägar’ en ‘Popeye’), United Features (‘Dilbert’, ‘Big Nate’, ‘Alley Oop’) en uclick.com (‘Garfield’, ‘Shoe’, ‘B.C.’), allemaal hebben ze wel een portal met al hun titels (al dan niet samen met columns, puzzles of cartoons). Soms kan je er zelf je strippagina samenstellen, gratis (bij Go Comics) of tegen betaling (Daily Ink).

Liefhebbers hoeven nu dus geen kranten meer te kopen om hun favoriete krantenstrips te volgen, en ze zijn bovendien niet meer gebonden aan de keuze van de redactie. Ze hoeven zich alleen te registreren op de sites van de verschillende syndicaten en krijgen meer strips thuisgeleverd dan ze verstouwd krijgen. In een schabouwelijk klein formaat weliswaar, dat in het niets verzinkt vergeleken bij de glorieuze pagina’s die Harold Foster bijvoorbeeld met ‘Prince Valiant’ mocht vullen. Hoewel ze daarnaast ook allemaal mobiele applicaties aanbieden voor bepaalde titels, trachten de syndicaten tegelijk hun eigenlijke publiek, de kranten, niet helemaal te verliezen. King lanceerde recent ‘Comics Kingdom’, een digitale funny page die kranten in hun sites kunnen aanbieden naast eigen advertenties en content. Tegen betaling, natuurlijk. Een revolutionair model of een laatste stuiptrekking? Wie het weet mag het zeggen.

Model

Raar genoeg hebben andere sites het klassieke krantenmodel, waarbij strips als lokmiddel gebruikt worden, met succes overgenomen. De spellenproducent Tell Tale Games pakt uit met regelmatige strips van Graham Annable, en een alternatief blad als Vice geeft ze een prominente plaats op de hoofdpagina. Het gaat hierbij typisch om sites die een erg niche-gedefinieerd publiek hebben, dat sowieso openstaat voor strips, en waarbij minder op fijngevoeligheden gelet moet worden.

Heel af en toe tenslotte worden krantenspecials die strips bevatten ook op het internet gepubliceerd.  Een tijdje terug liep in het zondagsmagazine van de New York Times elke week een strip van een bekende auteur, zoals Chris Ware, Seth of Dan Clowes. Maar ook dat initiatief is intussen opgedoekt, en de online licenties op die strips zijn blijkbaar verlopen, want je vindt ze niet meer terug.  Sudoku’s wel, strips niet.

Dit stukje is andermaal weer erg op Amerikaanse leest geschoeid, inderdaad. In eigen land is de situatie evenwel nog dramatischer: krantenstrips bestaan hier gewoon niet meer. Of nog amper. Sla de gemiddelde krant open, en wat zie je: ‘Jommeke’, ‘Suske en Wiske’ en ‘Kiekeboe’, en regelmatige voorpublicaties van Dupuis-reeksen in de kranten van de Concentra-groep. Online is het al helemaal huilen met de pet op.  Enkel op de sites van Het Belang van Limburg en Gazet Van Antwerpen vind je iets dat op strips lijkt: spotprenten (net zoals dat in het buitenland bijvoorbeeld bij The Guardian het geval is). Verder niets – strips en (online) kranten, het lijkt nooit meer goed te komen.

Wim Lockefeer (Sparehed.com)