Vlaamse Reuzen (9): Spruit en de Vlaamse undergroundstrip

Je bent hier:  Home » Nieuws » Vlaamse Reuzen (9): Spruit en de Vlaamse undergroundstrip

Deze week verschijnt ‘Vlaamse Reuzen. De complete Stripgids-interviews 1974-2001’, waarin alle interviews uit de eerste reeks van Stripgids gebundeld zijn. Jan Smet trok ook naar de makers van het enige échte undergroundblad dat Vlaanderen ooit gehad heeft, Spruit: het Antwerpse collectief Ercola. Onder meer Werner Goelen, in de stripwereld bekend als Griffo, maakte er deel van uit. Een fragment uit een bij vlagen onstuimig vraaggesprek.

Stripgids: Was Spruit commercieel verantwoord ? Er zijn toch zes nummers uitgebracht.

Smits: Wij hadden honderd abonnees. Later hebben we gezien dat ons publiek niet in de eerste plaats uit striplezers bestond, maar eerder uit mensen die in muziek geïnteresseerd waren. Spruit werd heel goed verkocht in concertzalen. Muziek was ook een heel stevige schakel in het geheel, en je zou zelfs kunnen zeggen dat Ercola meer invloed van de Amerikaanse undergroundmuziekscène heeft ondergaan dan van de undergroundstrip. Muziek hield ons bijeen. We waren allemaal heel tevreden als er weer een nieuwe plaat te beluisteren viel…

Den Block: Wij hebben een ‘Spruitfestival’ georganiseerd. (Het Vrij Volksfestival op de Dageraadplaats in Antwerpen, op 31 oktober 1971. De affiche staat in Spruit 1. – JS) Dat had de bedoeling het eerste nummer van Spruit te lanceren. Het heeft tot in de late nacht geduurd, en het was erg goed. Aan de ene kant had je de Ferre (Ferre Grignard – JS) die zijn jamsessie niet wou stoppen, aan de andere kant de politie die hem van het podium wou sleuren. Op zulke freeconcerts speelden de artiesten voor de kosten. Alles werd free georganiseerd en was helemaal gratis.

Wally: Commercieel is het nooit goed van de grond gekomen, al begon het wel beter te lopen. Spruit sneuvelde omdat de drukker failliet ging! Hadden we een sponsor gehad, dan hadden we door kunnen gaan. Dan waren de verhalen ook beter geweest. Op het laatst kwam het er meer en meer uit. Wij werden gestructureerder. De Clairon had een redactie, en er werden wel gags in verwerkt, dingen waar we vroeger gewoon niet aan dachten. Spruit was een goede leerschool, maar we hebben geen echte tweede kans gekregen.

Stripgids: Een beetje meer seks had toch geen kwaad gekund?

Smits: Integendeel. Wij hadden schrik dat we nergens zouden geraken. Dat een heel verhaal zou sneuvelen omdat net de passage met seks er in niet zou worden opgenomen. Trouwens, voor seks alleen was de markt ook niet groot genoeg.

Wally: De enkele keren dat we seks hebben gebruikt, was het ontluisterend. Wij hebben nooit seks getekend opdat iemand erop zou geilen… Ik voelde vooral de behoefte om seks absurd te maken.

Den Block: We verkochten meer in Nederland dan in België.

Wally: In Nederland zie je veel jonge mensen op straat. België heeft een oudere bevolking… en grijs. Een Belg is in feite geen vrolijk mens. Hij kan geen luchtigheid verdragen, tenzij het boertig is. Kuifje, ja, dat leest een Belg, dat leest zelfs een vent van 50 jaar ’s zondagsmorgens. Maar humor, och god…

‘Vlaamse Reuzen. De complete Stripgids-interviews 1974-2001’ van Jan Smet en Toon Horsten verschijnt naar aanleiding van de veertigste verjaardag van Stripgids bij uitgeverij Vrijdag. Het bevat interviews met Jef Nys, Karel Verschuere, Willy Vandersteen, Karel Biddeloo, Buth, Daniël Jansens, Ercola, Marc Sleen, Kamagurka, Pom, Jean-Pol, Merho, Hec Leemans, Berck, Merho & Marc Sleen, Hec Leemans & Merho, Ferry & Jacques Tardi, Erika Raven & Ferry, Dick Matena, Erik Meynen, Marvano. Walter van den Broeck schreef een woord vooraf, de cover is van Jan Van der Veken.