De dood van Stalin

Je bent hier:  Home » Nieuws » De dood van Stalin

Als Jozef Stalin aan het begin van het boek een hersenbloeding krijgt – we schrijven maart 1953 – ziet Beria, notoir machtswellusteling en pussy grabber, zijn kans schoon. Hij organiseert urenlang een verlammende bureaucratische stilstand: geen dokter zal de stervende nog kunnen redden. Zodra vadertje uit de weg is geruimd, kan het echte intrigantenwerk beginnen. Beria blijkt daarbij veruit de best voorbereide strateeg. Figuren als Mikojan en Malenkov hebben snel begrepen hoe de machtsverhoudingen liggen: ze leggen de nieuwe dictator geen strobreed in de weg. Maar dan staat Chroestjow op… Of het historisch allemaal klopt, valt moeilijk te achterhalen, maar de makers van het boek weten het alleszins heel aannemelijk voor te stellen.

‘De dood van Stalin’ is een graphic novel van formaat: een indringend, boeiend verhaal, cynisch maar vermoedelijk niet cynischer dan de werkelijkheid. Het is knap getekend en sfeervol ingekleurd. Donkergroene, -blauwe en -bruine tinten overheersen, de gezichten zijn van karikaturale snit. Beria kreeg een soort reptielenfacie aangemeten. Beklijvend.

Tot slot nog dit. Stalin mag dan voor zijn omgeving en voor de geschiedenis een onmens van mythische envergure geweest zijn, ons aller Nero was er destijds niet echt van onder de indruk. Die wist de man meteen tot normale menselijke proporties terug te brengen door hem in zijn ‘Vredesoffensief’ complexloos aan te spreken met ‘Jef, jongen’ (strook 79). Een man naar mijn hart. Nero, bedoel ik. (IV)


‘De dood van Stalin’
Fabien Nury en Thierry Robin
Dargaud, 144 pag., €24,95