Cosey: "Een schrijver moet een voyeur zijn"

Je bent hier:  Home » Nieuws » Cosey: "Een schrijver moet een voyeur zijn"

Naar aanleiding van het veertiende album in de reeks ‘Jonathan’, ‘Zij of Tienduizend vuurvliegjes’, het eerste in zeven jaar, had Stripgids een gesprek met Cosey, de Zwitserse auteur van de reeks. Ook bekend van stripromans als ‘Op zoek naar Peter Pan’ en ‘Reis naar Italië’. Cosey gaat daarin ook dieper in op de relatie tussen Jonathan en zijn bedenker.

Cosey. (Foto Bart Van der Moeren)

Cosey. (Foto Bart Van der Moeren)

Cosey: Een schrijver móet een voyeur zijn. Dat is goed voor een schrijver. Manipulator zijn, dát is slecht. Je mag niet de nood voelen om je personage helemaal zelf te construeren, en heer en meester te zijn van al wat er gebeurt. Mij interesseert dat niet. Maar voyeurisme, dingen laten zien die hij zelf niet wil laten zien, dat is de échte inspiratie. Voyeurisme is dus wenselijk. De schrijver moet in ieder geval een goed observator zijn.

Stripgids: Heeft het personage dan nog veel geheimen voor u?
Cosey:
Ja, al zijn toekomstige avonturen. Daar heeft hij het nog niet over. (lacht)

Stripgids: Hij heeft niet alleen een toekomst. Maar ook al een verleden, zoals te lezen in veertien albums. Belemmert dat de vrijheid van de auteur niet?
Cosey:
Uiteraard. Daarom voel ik me ook veel beter bij het maken van one-shots, stripromans waarin je personages onbeschreven bladen zonder verleden zijn. Een personage met een verleden, dat is een belemmering. Een hoop dingen zijn niet meer mogelijk. Een hoop deuren zijn al gesloten. Ik kan met Jonathan geen verhaal maken waarin hij Tibet voor het eerst ontdekt. In ‘De azuren Boeddha’ komt een personage in de Himalaya aan als hij 14 jaar oud is. Van Jonathan weet de lezer dat hij voor het eerst naar Tibet kwam toen hij een jaar of 18-20 was, met zijn motorfiets. Hij kan op zijn veertiende Tibet dus niet ontdekt hebben. Een deur die gesloten is, dus. Het is dus ook veel gemakkelijker om one-shots te maken. Alles is mogelijk.

Stripgids: Toch keert u met dit veertiende album terug naar ‘Jonathan’?
Cosey:
Omdat ik zeer op hem gesteld ben. Ik ben van oordeel dat hij nog steeds niet alles verteld heeft wat hij te zeggen heeft. Ik zal in de toekomst nog verhalen over Jonathan maken. Maar ik zal dat pas doen als ik iets bijzonders te vertellen heb.

Stripgids: Hoe zou u zelf de band tussen Jonathan en zijn bedenker omschrijven?
Cosey:
(lacht) Als een mysterie. Ik laat het, ook wanneer ik beschrijf hoe ik hem heb ontmoet, in het midden of hij iemand anders is of een deel van mezelf. In ‘Zij, of Tienduizend Vuurvliegjes’ schrijft hij me brieven. Het is een gegeven dat ik amusant vind, dat ik exploreer. Het is als een kinderspel, waarbij je voorwendt een cowboy of een indiaan te zijn. Kinderen vertellen mekaar verhalen die ze zelf geloven.

Stripgids: Gaat u zijn brief beantwoorden?
Cosey:
Mijn antwoord zijn mijn tekeningen. Toen ik aan het scenario werkte heb ik me de vraag ook gesteld. Toen heb ik beslist dat ik het in dit album zelf niet zou doen. Maar het is niet onmogelijk dat ik hem ooit een brief zal schrijven.

Het volledige interview vindt u in Stripgids 13.