De Berlijnse stripmaker Reinhard Kleist (begin november nog te gast tijdens De Nachten en op de Antwerpse boekenbeurs) houdt van Amerika. Dat is het minste dat je van de man kan zeggen. Hij maakte eerder al een (ook in het Nederlands vertaalde) biografie van Johnny Cash, een strip over schrijver H.P. Lovecraft en het levensverhaal van Elvis. Op dit moment werkt hij aan een stripbiografie over Fidel Castro, een titanenarbeid die – zo vertelde hij tijdens De Nachten – toch wat moeilijker ligt dan levensbeschrijvingen van entertainers als Cash en Elvis, omdat het boek ook een politieke dimensie heeft.
In afwachting van de Castro-biografie, brengt Silvester nu een vertaling van ‘The secrets of Coney Island’, een boek dat drie kortverhalen bundelt die Kleist in de loop der jaren heeft gemaakt over een verloederd attractiepark op Coney Island, in de buurt van New York. Coney Island lijkt wel een verlopen tussenwereld, waar vergane glories, ontmoedigde goochelaars, oud geworden figuren uit een freakshow en ontgoochelde middenstanders mekaar vinden. Mickey Rourke deelt er de sponde met Veronica Lane, twee acteurs die de zelfkant opzochten, al leefden ze in een totaal andere tijd. Het levert een indringende getekende film noir op, met prachtig tekenwerk. (MG)
Reinhard Kleist
‘The secrets of Coney Island’, Silvester, 80 blz., €14,95.
***