Als ik even teruggrijp naar mijn eerste stripervaringen, moet ik constateren dat er vreemd genoeg regelmatig een viking de revue passeerde. Zo was er niet alleen Wickie (dàt vingertje!), maar bijvoorbeeld ook Horak bij ‘De Rode Ridder’ en de ‘Vinnige’ bij ‘Suske en Wiske’. De primus inter pares blijft natuurlijk Hägar, een antiheld die al sinds het begin van de jaren ’70 heel wat moeite heeft om zijn epitheton ‘de verschrikkelijke’ strook na strook waar te maken. Van in het begin zat Dik Browne er bovenop en creëerde hij een hele resem klassiek geworden nevenfiguren, om met Lucky Eddie, Helga, Honi en Hamlet de voornaamste te noemen. Browne is ook de koning van de running gag en zeker in dit eerste deel is de gewenning nog heel ver te zoeken.
Het was lang geleden dat Hägar mijn kasteel nog eens bestormd had, maar een volgende keer gaat de poort weer wijd open. Zonder morren. (MS)
Dik Browne
‘Hägar the horrible: 1973-1974’, Titan Books, 320 blz., ca. €20.
(Engelstalig)
*****
