Liefst twaalf jaar heeft hij er op moeten wachten maar dankzij uitgeverij Syndikaat is het alsnog zo ver: Kas, het strippersonage van Maarten Wolterink, is voor het eerst uitgegeven in albumvorm. “Ik heb Kas ergens rond 2005 geschapen heb voor de Stripstrijd in de krant Het Parool”, aldus Maarten. “Op uitnodiging van Knocky Magazine heb ik hem in 2013 weer uit de mottenballen gehaald en met veel plezier uitgebouwd. Qua inhoud pas ik wel in de underground omdat ik de commercie wel aanpak met ‘Kas’. Een beetje anticultuur. Tegen paaseitjes bij de bakker in januari, niet meedoen met de grote loterij die de hele straat in zijn greep heeft.”
Nederlandse krantenlezers kennen Maarten allicht beter van zijn cartoonwerk voor verschillende dagbladen. “Het is allebei werk, het een wat minder betaald dan het ander. De krantencartoon is erg aan de actualiteit gebonden, daar kan ik veel kanten mee uit wat personages en setting betreft. ‘Kas’ staat losser van de werkelijkheid van het moment en zelfs de werkelijkheid in het algemeen, wat het optreden van IS-achtige terroristenkabouters mogelijk maakt. Alleen moeten Kas, zijn hond Bas of vriendin Sheila daar weer verplicht in figureren. De onzin waar ze mij naar toebrengen bevalt me goed.”
Maarten geeft ootmoedig toe dat Bas geïnspireerd is door enkele illustere voorgangers. “Mijn striphonden en -katten zijn niet zo goed, ze worden als snel te realistisch. Daarom ben ik toch gegaan voor een stevige kop, ronde neus en flaporen. Snoopy is geweldig en onovertrefbaar. Hij kan je ook doen denken aan Billie van Bollie, ook bekend als Boef van Bas, maar als je ze naast elkaar zet, zie je toch veel verschil. Het leuke van Billie is dat hij eigen verhaallijnen kan hebben, zoals de Je-weet-wel-kater van ‘Jan, Jans en de kinderen’ en Snoopy trouwens ook.”
Aan het gestage tempo van drie gags per maand kunnen we over vier jaar een tweede album van ‘Kas’ verwachten. “Mocht de verkoop van dit eerste Kas-boek (niet ‘kasboek’) prettig zijn dan kan ik dat tempo enorm opschroeven. Ik doe het nu naast mijn normale cartoonwerk maar als het belang groeit, kan ook de aandacht en tijd ervoor groeien.”