Resultaten onderzoek striperfgoedbeleid voorgesteld

Je bent hier:  Home » Nieuws » Resultaten onderzoek striperfgoedbeleid voorgesteld

Op zaterdag 16 maart werden tijdens een druk bijgewoonde internationale conferentie de resultaten van een grootschalig onderzoek naar de toekomst van het striperfgoedbeleid van Vlaanderen voorgesteld.

En dat is veel spannender dan dat het klinkt. Vlaanderen, België positioneert zich immers graag als een place to be als het over strips gaat.

Vlaanderen concentreert namelijk een groot aantal stripfestivals, er zijn verschillende opleidingen (in zowel het deeltijds kunstonderwijs en musea, het hoger onderwijs als naschoolse vormingen), een resem uitgeverijen, een netwerk van stripwinkels, subsidies voor stripmakers en … een bijzonder rijke geschiedenis van internationale verkoopkanonnen en stripmakers die alleen in eigen land groot waren. Maar toch wringt het schoentje, steeds nadrukkelijker.

Hieronder, en verderop dit blogbericht, ziet u vier reportages van de betrokken spelers.




Probleem: waar zit het materiaal?

Steeds meer striperfgoed (en daartoe rekenen we niet alleen de originele platen, maar ook schetsen, voorbereidende notities, documentatie, correspondentie, afgeleide producten, teksten, foto’s, en alles wat het leven en werk van de auteur verder kan schetsen) belandt op de markt. Steeds vaker worden de originele platen (op of onder de toonbank) verkocht, hetzij door de maker zelf, hetzij door de familie van de stripmaker. Ook de successierechten (die bij het overlijden van een auteur betaald moeten worden, op basis van de financiële waarde van de collectie) spelen een rol. De tekeningen van albums en aanverwante producten raken langzaam maar zeker verspreid, zonder een spoor na te laten.

Is dat erg? Ja en neen. Ja, omdat het de toegang tot het ‘bronnenmateriaal’ bemoeilijkt voor onderzoekers, tentoonstellingsmakers en uitgevers. En neen, omdat we kunnen veronderstellen dat het toch bewaard blijft, in privébezit.


Met die vaststellingen als uitgangspunt onderzochten FARO, Stripgids, het Letterenhuis, de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience en LUCA School of Arts het voorbije jaar wat er beter en anders kan, met het oog op een duurzaam erfgoedbeleid. Daartoe werd een relatief groot onderzoek opgezet, met als voornaamste doelstellingen:

  • Een beeld krijgen van het volume striperfgoed: over welke hoeveelheid en wat gaat het precies?
  • De wensen en behoeften van degenen die met dit erfgoed bezig zijn (of geïnteresseerd zijn in) van onderuit capteren en bijeenbrengen.
  • Relevante en goede voorbeelden uit buiten- en binnenland bijeenbrengen en analyseren.
  • En, ten slotte, op basis van dit alles beleidsaanbevelingen formuleren voor alle betrokken beleidsmakers.



Internationale conferentie

Op zaterdag 16 maart kwamen verschillende strip(erfgoed)experts hun inzichten delen op de afrondende conferentie. Het programma:

  • Roel Daenen (FARO) verzorgde de introductie. U kunt zijn presentatie hier downloaden.
  • Als we het over ‘beleid’ hebben, waarover gaat het dan? Gregory Vercauteren (FARO) gaf de aanwezigen een spoedcursus ‘beleid’. Presentatie.
  • Giovanni Russo, coördinator van het grote stripfestival Lucca Comics & Games, ontvouwde de plannen voor een nieuw stripmuseum in de Toscaanse stad. Twee presentaties: een over het festival en een over het museum.
  • Roger Sabin, van de Central Saint Martins-universiteit in Londen, schetste de situatie in het Verenigd Koninkrijk. Presentatie.
  • Iedereen kent het beroemdste festival van Europa, in Angoulême. Maar weinigen kennen de geschiedenis van het festival én de instellingen die het ondersteunen. Met andere woorden: we schetsten ook de Franse context. Sylvain Lesage van de Université de Lille kent dit verhaal als geen ander. Presentatie.
  • Anne De Breuck (Koning Boudewijnstichting) vertelde over de artistieke nalatenschappen van Didier Comès en François Schuiten en de juridische aspecten die samenhangen met het verwerven en bewaren van striperfgoed. Presentatie.
  • Onderzoeker Evelien Verschueren (Stripgids) belichtte de belangrijkste inzichten en conclusies van het onderzoek. Presentatie.


Op basis van de onderzoeksresultaten stelde Evelien Verschueren twee mogelijke beleidspistes voor:

  1. Een nieuw, nog op te richten centrum van start laten gaan. Dat zou dan, naar het voorbeeld van ‘Angoulême’ de vijf erfgoedfuncties (herkennen en verzamelen, behouden en borgen, onderzoeken, presenteren en toeleiden en participeren) kunnen combineren, voor ál het striperfgoed.
  2. Het bestaande netwerk van erfgoedactoren versterken en komen tot sluitende afspraken én communicatie hierover bij de betrokkenen. Het gaat daarbij over het Letterenhuis (dat zich kan ontfermen over het archivalische erfgoed), de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience (gedrukte werken in kranten, striptijdschriften en albums) en – mits een grote koerswissel op beleidsvlak – het Belgisch Stripcentrum (originelen). Die laatste instelling wordt vooralsnog niet door de Vlaamse overheid gesubsidieerd en heeft ook geen (Vlaams) kwaliteitslabel binnen het Cultureelerfgoeddecreet.

Bovendien, zo blijkt, is er ook nood aan overleg en expertisedeling tussen alle betrokkenen. Daar ligt een rol voor FARO als het steunpunt voor cultureel erfgoed én Stripgids, dat niet alleen het Vlaams Documentatiecentrum voor de strip beheert, maar ook een uitstekend netwerk binnen de strip- en de literaire wereld in Vlaanderen, Brussel, Nederland en de rest van Europa heeft uitgerold. Sensibilisering van alle betrokkenen is daarbij het ordewoord.

Daartoe hebben de verschillende partners een nieuwe, gratis brochure uitgebracht, De Schitterende Schat. Over het wat, hoe en waarom van het striperfgoed. Praktische tips voor stripmakers en verzamelaars. Op te halen via diverse sites en op verzoek bij de partners.

Afbeelding: (c) Mathilde Van Gheluwe