Jef Nys, de man die ons Jommeke en zijn talrijke kleurrijke vrienden schonk (zoals de eeuwig verstrooide professor Gobelijn, de fantasievolle Filiberke en de slimme papegaai Flip) is niet meer. Nys overleed na een slepende ziekte. TOON HORSTEN en KURT MORISSENS nemen afscheid van een monument.
Het is met ‘Jommeke’ als met Lego of Playmobil. Eenmaal de puberteit in zicht, speel je ze kwijt. Van zodra een opgroeiende tiener begint te puberen, verliest hij alle interesse in Annemieke en Rozemieke, de olijke tweeling uit de verhalen van Jef Nys. Hij heeft wel wat beters te doen. Het universum van ‘Jommeke’, dat ontgroei je.
Voor alle duidelijkheid: zo hoort het ook. Met ‘Jommeke’ maakte Nys – vandaag op 82-jarige leeftijd overleden – meer dan vijftig jaar de ultieme kinderstrip. Een kinderstrip zonder kapsones ook, die zich nadrukkelijk níet richt tot al wie ouder is dan veertien of vijftien. In de wereld van Jommeke is alles wat het lijkt. Geen dubbele bodems, geen verwijzingen naar actualiteit of politiek, geen striemende aanklacht tegen deze of gene maatschappelijke wantoestand, geen woordspelletjes voor de goede verstaander. Jef Nys hield zich keurig aan zijn eigen kinderlogica, op dezelfde manier waarop dat ook in het klassieke ‘Pol, Pel en Pingo’ gebeurt. Er wordt door de lucht gezwommen alsof het niets is, kinderen grijpen de macht, allerhande ongemakken doen zich voor als professor Gobelijn weer eens morst en een of ander goedje in de waterleiding terechtkomt. Zelfs de moeder van Jommeke kan zich plots ontpoppen tot de beste voetballer ter wereld. Even vrolijk is ze dat het volgende moment ook niet meer.
Jef Nys was in de eerste plaats een vakman, die vooral het metier hoog in het vaandel droeg. Een vakman die in de loop der jaren veel meer dan een paar momenten van genade heeft gekend.
Van alle klassieke Vlaamse populaire stripreeksen is ‘Jommeke’ de enige die zich zo nadrukkelijk louter tot kinderen richt. Het leverde Jef Nys tot vandaag een pittige oplage op. Naast ‘Kiekeboe’ is ‘Jommeke’ in Vlaanderen nog steeds de best verkopende strip. In absolute aantallen doet ‘Suske en Wiske’ het nog altijd beter, maar hun strips worden vooral in Nederland afgezet. Het publiek lust er dus al meer dan een halve eeuw meer dan pap van, maar de kritiek heeft het om een of andere reden altijd moeilijk gehad met het werk van Nys. ‘Jommeke’, dat was voor de simpele ziel, voor peuters en kleuters. ‘Asterix’, ‘Nero’, ‘Suske en Wiske’, ‘Kiekeboe’… Daar had je als volwassene nog iets aan. Klopt helemaal. Waarbij alleen vergeten wordt dat Jef Nys vooral een strip maakt die in de eerste plaats door de kinderen zelf graag gelezen wordt. Een universum met een heel eigen logica, vormgegeven in een even krachtige als heldere, wat aan Disney schatplichtige lijn.
Jef Nys was in de eerste plaats een vakman, die vooral het metier hoog in het vaandel droeg. Een vakman die in de loop der jaren veel meer dan een paar momenten van genade heeft gekend. Een indrukwekkende verzameling personages is er het resultaat van, stuk voor stuk doorgedrongen tot het collectieve Vlaamse geheugen: Choco, Filiberke (“Jommeke, kijk! Ik speel vallende appel” of “Ik speel prei”), Kwak & Boemel, Pekkie, professor Gobelijn… Of die akelige betweter van een Flip.
De koningin van Onderland is pas écht slecht. Haar enige doel, haar bestaansreden: de eliminatie van Jommeke. Al haar slechtheid kan ze botvieren om dat erg particuliere uitroeiingsprogramma tot stand te brengen.
Als het aan mij ligt, gaat hij vooral om één personage de stripgeschiedenis in: de koningin van Onderland, al meteen opgevoerd in het derde album uit de reeks. Slechter dan die uit de kluiten gewassen nachtkoningin worden ze niet gemaakt. Zonder scrupules foltert ze Jommeke, openlijk euforisch in haar haatdragendheid. Op mijn negende was ik toch even van mijn à propos gebracht. Zelfs Olrik, Krimson, Stomp of Axel Borg, de slechteriken uit respectievelijk ‘Blake & Mortimer’, ‘Suske & Wiske’, ‘Baard en Kale’, en ‘Lefranc’, zijn klein bier vergeleken bij deze perfide feeks. De meeste stripslechteriken hebben een ambitieuze missie: ze willen de wereldvrede om zeep helpen, een grote slag slaan of een of andere goedbedoelende regering omverwerpen. De koningin van Onderland is pas écht slecht. Haar enige doel, haar bestaansreden: de eliminatie van Jommeke. Al haar slechtheid kan ze botvieren om dat erg particuliere uitroeiingsprogramma tot stand te brengen. 250 albums later evenwel nog altijd zonder succes. (TH)
Biografie Jef Nys
Jef Nys volgde al vanaf zijn tiende avondtekenschool en blijkt al op zijn zestiende, aan de Antwerpse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten een natuurtalent. Vanaf 1954 publiceerde hij de verhalen van ‘Seppeke’ in Het Handelsblad. ‘Seppeke’ kan beschouwd worden als de voorloper van ‘Jommeke’.
Met zijn bekendste en nu nog massaal door de kinderen gelezen stripreeks ‘Jommeke’ begon Jef Nys in 1955 in Kerkelijk Leven, beter bekend als ’t Parochieblad. Enkele jaren later maakte de stripheld met het strooien hoofddeksel de overstap naar Het Volk en ’t Kapoentje. In 2005 nog vierde Jef Nys de vijftigste verjaardag van zijn papieren zoon. Toen al waren er vijftig miljoen albums over de toonbank gegaan. Het leverde Nys in 2005 tijdens het Strip Turnhout-festival een Gouden Adhemar op, een prijs die hij kreeg voor zijn gehele oeuvre. Alleen Nys en zijn vakbroeder Marc Sleen kregen de prijs ooit.
Ander werk uit het oeuvre van Jef Nys zijn de elf albums van ‘Langteen en Schommelbuik’ en een aantal realistisch getekende biografische strips van kunstenaars en heiligen, zoals ‘De wonderbare jeugd van Pieter Bruegel’, ‘Pius X, van volksjongen tot paus’, ‘Bernadette’, ‘De grote zwartrok’ en ‘Berten Rodenbach’.
‘Jommeke’ werd al enkele jaren getekend door andere tekenaars onder het goedkeurend oog van Nys. De stripreeks zal ook na de dood van de striplegende blijven bestaan. Testamentair werd vastgelegd dat er ‘geen geweld, geen wapens, geen seks en geen drugs’ in de avonturen voorkomen. (KM)