De Franse stripmaker Jacques Tardi is er in geslaagd een groot en trouw lezerspubliek op te bouwen met niet voor de hand liggende stripromans, vaak bewerkingen van literaire romans of politieromans. Dat het publiek hem trouw blijft volgen, zegt veel over de gemiddelde kwaliteit die hij hierbij aanhoudt. Op het eerste gezicht heeft Tardi geen centraal personage dat zijn oeuvre domineert. Er zijn enkele albums rond privé-detective Nestor Burma en rond de fotografe Isabelle Avondrood, maar die personages nemen binnen het werk van Tardi geen centrale plaats in, zoals Corto Maltese bij Hugo Pratt of Alack Sinner bij Muñoz & Sampayo dat wel doen.
Bij nadere beschouwing blijkt Tardi echter wél een hoofdpersonage te hebben dat vrijwel in al zijn albums prominent aanwezig is: de stad Parijs. Ook in ‘Het geheim van de wurger’ (gebaseerd op een roman van Pierre Siniac) is dat zo. Deze keer spitst Tardi de aandacht toe op de seriemoordenaar Valentin Esbirol, die zes nachten na mekaar Parijs onveilig maakt. Uiteindelijk ontpopt dit album (dat eerst in enkele losse krantjes werd voorgepubliceerd) zich als een spel met het statuut van de personages, de opdeling in genres en het verloop van het verhaal, waar niets nog is wat het lijkt. Heel postmodern allemaal, soms grappig, en vooral bijzonder vakbekwaam uitgevoerd, maar beklijven doet het niet. (TH)
Tardi & Siniac,
‘Het geheim van de wurger’, Casterman, 96 blz., € 14,75.
***