De Amerikaan Milton Caniff oefende omstreeks het midden van de twintigste eeuw een bijzonder grote invloed uit op stripmakers van over heel de wereld. Hugo Pratt noemde de zwart-witstrips van Caniff één van zijn belangrijkste invloeden, terwijl ook Jean-Michel Charlier en Victor Hubinon met hun ‘Buck Danny’ schatplichtig waren aan Caniff’s ‘Steve Canyon’.
Toch was het niet met die reeks dat hij voor het eerst van zich deed spreken. Caniff maakte eerst ‘Terry And The Pirates’, dat hij onderbracht bij een stripsyndicaat. Dat verkocht de reeks wereldwijd aan kranten en tijdschriften, maar pikte ook meteen de rechten op alle personages in. Dat was niet naar de zin van Caniff, die zich een gevangene van het systeem voelde. Hij vertrok en startte een nieuwe reeks op: de pilotenstrip ‘Steve Canyon’. Deze keer behield Caniff zelf de rechten. Checker publiceert de Steve Canyon-verhalen in chronologische volgorde. Caniff was een magistraal tekenaar, en dat blijkt hier opnieuw. Omdat zijn strip in de eerste plaats voor kranten werd gemaakt, zat hij vast aan het formaat van de krantenstrook. Maar daarbinnen legde hij groot vakmanschap aan de dag, en spreidt hij een grote creativiteit en vooral een bijzonder groot tekentalent tentoon. Meer dan een halve eeuw later is een avonturenstrip als ‘Steve Canyon’ niet wereldschokkend meer, maar Caniff blijft een van de grootste teken- en verteltalenten uit de geschiedenis van de Amerikaanse strip. (TH)
Milton Caniff,
‘Milton Caniff’s Steve Canyon: 1953’, Checker, 172 blz., € ca. 21,50 (Engelstalig)
****