Hoewel Eisner, een Vlaams-Nederlands tijdschrift dat de grenzen tussen strip en literatuur wil slechten, werd aangekondigd als “tijdschrift met literaire strips en stukken over literaire strips”, is in het eerste nummer weinig beschouwing te bespeuren. Zelfs de obligate “mission statement” door redactielid Jean-Marc van Tol is in stripvorm, en getuigt vooral van niet al te veel principes – het moet vooral over tekst met plaatjes gaan. En dat merk je aan dit eerste nummer.
Eisner draagt de naam van Will Eisner, de vader van de graphic novel (striproman), en wil zich onderscheiden door vertalingen van uitmuntend buitenlandse werk, en exclusief werk in opdracht. Dit eerste nummer bevat vertalingen van ‘Hunter and Painter’ van Tom Gauld, en ‘Art School Confidential’ van Dan Clowes, twee uitstekende kortverhalen over kunst en hoe de maatschappij ermee omgaat. Typex en Peter Pontiac kiezen voor de actualiteit met strips over migranten en de Amerikaanse presidentsverkiezingen. In de rest van het gebodene is grafisch of inhoudelijk niet meteen een lijn te trekken.
Die diversiteit staat kwaliteit niet in de weg. Het kortverhaal ‘Verdwaald’ van Hisko Hulsing en dichter Ingmar Heytze is zonder meer pakkend. Ook over wat verder ter tafel komt, nieuw werk van jong (Greg Shaw, Robert Van Raffe en een verbluffende Milan Hulsing) en minder jong talent (Marcel Ruijters en Jeroen Janssen, meteen ook de enige Vlaming in dit nummer), valt niet te klagen. Alleen het geïllustreerd gedicht van Leo Vroman en het verhaaltje van Jeroen De Leijer zijn wat overbodig.
Een kleurrijke en bijzonder fraai vormgegeven uitgave is Eisner zeker geworden. Wij vroegen ons bij het verschijnen van dit eerste nummer echter af of er wel genoeg mensen zouden zijn die 15 euro willen spenderen aan het blad. Deze vrees bleek niet ongegrond te zijn, want na vijf nummers moest Eisner het voor bekeken houden. (WL)
Ward Wijndelts
Eisner – Beeldverhalen (tijdschrift, vijf nummers verschenen), Podium/Vrijdag, 74 blz., €15.
***