Bij de cover van Stripgids 43: Stedho over 'Obscurcia'

Je bent hier:  Home » Nieuws » Bij de cover van Stripgids 43: Stedho over 'Obscurcia'

Stedho tekende de cover van het herfstnummer van Stripgids, het 43ste alweer. Hij biedt daarmee een eerste inkijk in het project waar hij de laatste tijd erg veel van zijn tijd aan besteed: ‘Obscurcia’. Wij vroegen én kregen tekst en uitleg van de tekenaar.

Goed tien jaar geleden tekende Stedho (pseudoniem van Steven Dhondt) een kortverhaal voor het Franse Lanfeust Magazine, naar een scenario van David Boriau. Het klikte tussen de twee, al bleek er niet genoeg tijd om ook daarna te blijven samenwerken. Maar Boriau bleef Stedho wel volgen, onder meer via Facebook. Twee jaar geleden mailde hij hem. Hij was een groot project over nachtmerries aan het voorbereiden, en het leek hem wel iets voor Stedho. Het moest een strip met een hoog tempo en dito publicatieritme worden, een beetje in de lijn van manga, en uitgegeven op het formaat van onder meer ‘Lastman’, de stripreeks van Bastien Vivès. Stedho had er meteen oren naar (“dromen hebben me altijd gefascineerd”), en niet veel later zat het duo aan tafel met Didier Borg, die een eigen bedrijfje heeft dat ook voor uitgeverij Casterman werkt. Borg dacht veel verder dan louter bedrukt papier. Hij bracht het project onder bij het financieringsplatform ComicStarter, en op Delitoon.com, dat de strip digitaal zal voorpubliceren vanaf november. Hij was het ook die met het idee kwam om een game en een animatiefilm te ontwikkelen rond het universum van ‘Obscurcia’.

Je zou ‘Obscurcia’ een donkere tegenhanger van ‘Alice in Wonderland’ kunnen noemen. Alex, het hoofdfiguurtje van de reeks, belandt immers niet zomaar in de wereld van de droom, nee, hij komt terecht in het land van de nachtmerries. Een wereld met een heel eigen logica, waarin veel sporen van de echte wereld opduiken – en die ook sporen nalaat in de echte wereld. Alex is een anomalie, hij hoort eigenlijk niet thuis in die wereld, dat zorgt er voor dat hij in die wereld over extra krachten beschikt. Hij heeft er ook een bepaalde rol te vervullen, al zal hij er zelf achter moeten komen wat die rol precies is.

Het eerste deel is volledig klaar, de eerste twintig pagina’s van deel twee ook. “Het leek me een leuke oefening om eens erg snel te werken, en ik ben heel blij dat ik de uitdaging ben aangegaan”, vertelt Stedho. “Soms teken ik vijf pagina’s op een dag, op andere dagen amper één. Omdat alles digitaal gebeurt, begin ik ook nogal gemakkelijk opnieuw als ik niet tevreden ben over een pagina. Ik weet ondertussen dat een heel strakke deadline je als tekenaar heel gefocust houdt, en dat het de kwaliteit zelfs ten goede kan komen.”

Dat tempo zorgt voor extra druk, maar biedt het ook mogelijkheden?
STEDHO:
Het geeft een extra drive aan de tekeningen, een soepelheid en een urgentie die je wel eens verliest als je er te lang over kan nadenken. Je móet vooruit. Je hebt geen tijd om te twijfelen.
Wanneer kunnen we het eerste album lezen?
STEDHO:
Het heeft er een tijdje naar uit gezien dat het eerste boek al vrij snel bij Casterman zou verschijnen, maar uiteindelijk gaan we pas eind september bekijken hoe we het verder gaan aanpakken en een timing opstellen. Omdat we er een langlopend project van willen maken, en game, animatiefilm en strip op elkaar willen afstemmen, gaan we niet over één nacht ijs. Wat wel al zeker is, is dat de strip vanaf november op Delitoon.com verschijnt (enkel in het Frans), en daar tegen betaling te lezen zal zijn. Dan schiet het project echt uit de startblokken.

Wat is jouw inbreng bij game en animatiefilm?
STEDHO:
De figuren en de landschappen worden uitgewerkt op basis van mijn tekeningen. Alles wordt ontwikkeld voor een digitaal platform, voor tablet of pc, ook de tekenfilm. Alleen de strip zal ook als album worden uitgegeven.

Je lijkt hiermee uit de stripniche te breken. Is dat iets wat je bewust opzoekt?
STEDHO:
Nee, dat niet. Tot hier toe heb ik toch vooral strips gemaakt met als finaliteit dat ze op papier zouden verschijnen. Dit gaat veel breder, en ik stel vast dat het wel prettig is. Het geeft een heel andere dynamiek aan zo’n project.

Tot wel publiek richt ‘Obscurcia’ zich?
STEDHO:
David Boriau wil zich vooral op het mangapubliek richten, wat zich ook in de vorm en het ritme van de strip laat zien. Mij maakt het op zich niet uit. Ik wil in de eerste plaats een goede strip maken voor een zo breed mogelijk publiek.

De invloed van manga zit er zeker in, maar de strip ligt even dicht bij de wereld van Moebius – om maar iets te zeggen.
STEDHO:
(lacht) Ik hoor het u graag zeggen. Moebius, en dan vooral in de manier waarop hij zijn landschappen vorm gaf, heeft een doorslaggevende invloed op mijn werk gehad. Dus het zijn allemaal dingen die hebben meegespeeld.

‘Obscurcia’ zit verder ook vol verwijzingen. Naar ‘Gullivers reizen’, bijvoorbeeld, of naar ‘Alice in Wonderland’… En Monchhichi duikt op, net als een hoop andere kinderknuffels.
STEDHO:
Het rare is dat David en ik een passie delen voor ‘Alice in Wonderland’, en dat die zonder dat we het daar ooit over gehad hebben ook in de strip is geslopen. Niet dat het allemaal even expliciet is, maar het zit er wel onder. David houdt daarnaast erg veel van lieflijke, schattig uitziende personages die behoorlijk heftige dingen meemaken of doen – ook weer iets wat je in manga vaak tegenkomt. Omdat ze voor mij verbonden zijn met slaap, dromen en nachtmerries, heb ik de knuffels in mijn tekeningen een nadrukkelijke rol gegeven. David zag dat, en is daar op verder gegaan. In het verhaal in zijn finale versie is hun rol veel groter geworden dan oorspronkelijk de bedoeling was. Het is slechts één van de vele manieren waarop het echt een project à quatre mains is geworden.