Bruno De Roover over ‘J.Rom’, ‘Café Cowala’ en ‘De tuin van Daubigny’

Je bent hier:  Home » Nieuws » Bruno De Roover over ‘J.Rom’, ‘Café Cowala’ en ‘De tuin van Daubigny’

Terwijl ‘Amoras’ definitief afgelopen lijkt, krijgt ‘J.Rom’, een andere spin-off van ‘Suske en Wiske’, een vervolg met een nieuw tweeluik. Begin mei verschijnt ‘Bloedmaan’, nog dit jaar gevolgd door ‘Rode Sneeuw’. “‘Verblind’, het laatste album van het eerste drieluik, eindigde met een joekel van een cliffhanger”, vertelt scenarist Bruno De Roover. “Toen werd aangekondigd dat de reeks na dit derde deel zou stoppen, waren heel wat lezers euh… ‘verblind’ door dat einde. Maar toen het album verscheen, was voor ons al beslist dat de reeks zou worden verder gezet. Een open einde kon er dus wel van af.”

Wie na ‘Verblind’ nog met vragen zat, zal alle antwoorden in de twee volgende albums vinden. “We starten een compleet nieuw verhaal, waarin enkel die ene verhaallijn uit het laatste deel wordt meegenomen. In ‘Bloedmaan’ gaat Amanda Birdsong op zoek naar de origine van J.Rom. Pas in het aansluitende deel ‘Rode Sneeuw’ vallen alle stukjes over zijn verleden definitief op zijn plaats. Wat niet wil zeggen dat deze twee albums uitsluitend over J.Rom gaan. Integendeel, want het is Pi die de hoofdrol zal spelen.”

Ondertussen lijkt ‘J.Rom’ een langlopende reeks te worden. “De eerste drie delen waren een hele aanpassing, voor mezelf maar ook voor Romano Molenaar (de tekenaar, nvda), veronderstel ik. Het was niet alleen ons eerste gezamenlijke project maar ook een heel nieuw concept. Er zat nog wat trial and error in die eerste delen. Maar gaandeweg hebben we ons de reeks eigen gemaakt en met de komende albums staan we stevig op onze voeten. Na dit tweeluik loopt de reeks in principe nog verder. De verhalen zullen naar alle waarschijnlijkheid steeds over twee albums worden gespreid. Zo krijgt het scenario voldoende ademruimte en kunnen we scènes mooi uitwerken.”

In mei wordt Bruno zijn eigen concurrent. Nadat Strip2000 al twee nieuwe albums van Bruno’s gagreeks ‘Café Cowala’ uitgaf, wordt ook het eerste deel, oorspronkelijk verschenen in 2013 bij Ballon, heruitgebracht. “Een paar straten verder waar ik woon, zijn er meubelwinkels waar oude bagger wordt verkocht als ‘vintage’. Deze herdruk wordt oud maar hip. En het past in elk interieur. ‘Café Cowala’ verscheen destijds in P-Magazine, een kans waarvoor ik hen nog steeds dankbaar ben. Al hoor ik mensen soms zeggen ‘had het in Humo gestaan, dan was het veel bekender geweest’. Dat is waar. Maar als het in ‘Kerk en Leven’ had gestaan, dan was ik nu populair bij louche pastoors. Ook niet leuk. Hoe dan ook, er ligt in theorie een miljoenenpubliek open dat Cowala nog niet kent. Dat ze zich haasten, want er worden er maar een goeie duizend van gedrukt! Bovendien wordt in album 1 de origine van J.Rom uitgediept en… Ah nee, ik vergis me.”

Ondertussen werkt Bruno samen met tekenaar Luc Cromheecke aan ‘De tuin van Daubigny’, een stripbio van Charles-François Daubigny, een van de eerste impressionistische schilders. “Daubigny’s leven wordt verteld in een tiental korte hoofdstukken. Het is sowieso niet de bedoeling om er een gortdroog biografisch album van te maken. Aangezien Daubigny zelf een vrolijke mens was, zal dat ook in de verhalen weerspiegeld worden.”

Lees hier de voorpublicatie van een kortverhaal uit ‘De tuin van Daubigny’ dat verscheen in Stripgids#43.