Het Stripschap, het Nederlands centrum voor belangstellenden in de strip, kent de vijfentwintigste Bulletje en Boonestaak Schaal toe aan Albert van Beek. Samen met onder meer Willem Ritstier en Frits Jonker, winnaars van respectievelijk de Stripschapprijs en de P. Hans Frankfurtherprijs, wordt hij komend weekend gehuldigd tijdens de Stripdagen in Rijswijk.
Geboren Amsterdammer Albert van Beek ging tijdens de Tweede Wereldoorlog samen met zijn vriend Henk Albers aan de slag bij de Toonder-Geesink Studio’s, waar hij meetekende aan de ‘Bommel’-strip. Na de oorlog ging van Beek werken voor de Stripfilmstudio van Piet van Elk. In augustus 1945 verscheen zijn eerste eigen strip in de kranten, ‘De avonturen van Terry en Berry’, over twee beertjes.
Voor Stripfilm, het blad van de Stripfilmstudio, tekende van Beek de realistische strip ‘Frank Duffard’ en ‘De avonturen van Ronny en Donny’. Bovendien sprong hij vaak in voor Piet van Elks ‘Dokie Durf’. In 1948 keerde hij terug naar de Toonder Studio’s om te werken aan onder meer ‘Baron Bluf’ en ‘Kappie’. ‘Heer Bommel en de Hollebosser Knol’ werd door van Beek getekend. Omdat van Beek Tom Poes niet kon uitstaan, is het het enige verhaal van ‘Bommel’ waarin onze jonge vriend niet meespeelt.
In 1950 ging Albert van Beek zelfstandig werken, waarna hij vooral kinderboeken en reclame illustreerde. Vandaag woont hij in Zuid-Frankrijk, waar hij veel schildert en eigen galerie heeft. Volgens het Stripschap staat van Beek “terecht te boek als iemand die aan de wieg van het Nederlandse beeldverhaal heeft gestaan”. Tijdens de Stripdagen is er ook een expo rond 75 jaar Tom Poes te zien.