52 was Frenk Meeuwsen toen hij debuteerde als stripauteur. En toch leren we uit zijn boek ‘Zen zonder meester’ dat hij als kind al gek was op tekenen en strips. “Op een bepaalde leeftijd heb ik mijn hele verzameling verkocht. Ik was andere boeken gaan lezen, zoals ‘De tuinen van zen’ van Bert Schierbeek, en dacht na over materialisme, over hoe ik me hechtte aan mijn verzameling. Misschien zijn de boeken en verhalen uit die tijd me wel beter bijgebleven dan wanneer ik ze had gehouden. Vooral westerns zoals Blueberry, Comanche en Buddy Longway maakten diepe indruk op me. De natuur, het rauwe realisme, het geweld en het prachtige inktwerk.”
Nadien komt Frenk nog wel in aanraking met strips. In Boston en Harvard ontdekt hij Amerikaanse undergroundcomics, het tijdschrift Raw, het werk van Crumb en Spiegelman. “En mijn derde stripfase begon met Vallende ziekte van David B. en Persepolis van Mariane Satrapi. En alles van Clowes en Adrian Tomine. Ik ben toch weer strips gaan kopen. Maar dus heel andere dan vroeger.”
Met ‘Zen zonder meester’ wou Frenk in de eerste plaats een boek maken dat hij zelf graag zou lezen. “Mijn liefde voor de strip, voor de graphic novel en mijn intensieve zoektocht naar zen kwamen opeens samen; een strip over zen. Het idee was om een soort Zen en de kunst van het motoronderhoud te maken in een graphic novel. Maar het boek speelt ook met het populaire genre van het zelfhelpboek, dat leek me leuk, om een soort overvol boek te maken dat overal tussenin valt. Het wordt gelukkig goed besproken en ik krijg bijzondere reacties van lezers die echt door het boek geïnspireerd en geraakt zijn, dat is heel bijzonder. Het boek is nu uit in het Nederlands en het Duits en ik heb begrepen dat er inmiddels contact is met een uitgever in China.”
Dat ‘Zen zonder meester’ in zwart-wit verschijnt, is een bewuste keuze. “Dan zijn de tekeningen eigenlijk altijd het mooiste. Voor de kosten maakt het eigenlijk niet zoveel meer uit of je zwartwit of kleuren drukt. Ik wou een krachtig zwart-wit neerzetten, net als mijn helden David B. en Satrapi en Spiegelman. En het past heel erg bij het onderwerp. In de klassieke zen inktschilderingen en kalligrafie wordt eigenlijk ook altijd alleen met zwart op wit gewerkt. Je moet het beeld oproepen, dat was de uitdaging.”
Op zijn debuut hebben we ruim een halve eeuw moeten wachten. Gelukkig denkt Frenk ondertussen al volop aan het volgende boek. “Ik ben met een aantal scenario’s bezig. Het volgende heb ik al geschreven maar ik weet nog niet of dat ook de opvolger van ‘Zen’ is. Het gaat over een mannetje dat opeens besluit dat hij een strip wil maken en graag vader wil worden. Hij vertoont weer opvallend veel overeenkomsten met mijzelf. Het is een heel lichtvoetig en chronologisch verhaal. Ik dacht eigenlijk dat het over het eerste jaar vaderschap zou gaan maar het gaat eigelijk over de tijd daarvoor, de zwangerschap zal ik maar zeggen. Dat is ook weer een verschrikkelijk boekengenre maar het is volgens mij een onderwerp dat je wel leuk en origineel kunt behandelen!”