Eind vorig jaar gingen een aantal stripmakers en cartoonisten met Literatuur Vlaanderen over het stripbeleid in gesprek, onder meer over het reglement voor stripwerkbeurzen.
Uit dat overleg zijn enkele concrete ideeën uit voortgekomen. Zo was een van de verzuchtingen het feit dat cartoonisten niet in aanmerking kwamen om een werkbeurs aan te vragen. Er is goed nieuws: vanaf 2020 worden cartoonisten toegevoegd aan de definitie van ‘stripauteur’ uit het werkbeursreglement. Ook zij kunnen dus voortaan een aanvraag indienen.
Er is een nieuw reglement. Dat legt de focus op een bredere invulling van de term ‘strips’. ‘De diversiteit binnen het striplandschap, zowel inhoudelijk als vormelijk’ is eveneens als extra beoordelingscriterium toegevoegd. Geïnteresseerden kunnen de werkbeursregeling 2020 online raadplegen. Wie een aanvraag wil indienen, doet dat ten laatste tegen dinsdag 10 december 2019.
Aandachtspunten werkbeurzen stripauteurs
- Vlaamse stripauteurs die minstens tien platen hebben gepubliceerd vóór 10 december, kunnen een startbeurs aanvragen om een volledig album af te werken. Een stripauteur kan maximaal twee keer een startbeurs voor een project ontvangen. Om een tweede startbeurs te kunnen ontvangen, moet de auteur o.a. een uitgavecontract kunnen voorleggen. Vlaamse stripauteurs die al één of meer stripalbums hebben gepubliceerd, kunnen elk jaar een werkbeurs aanvragen. Een werkbeurs omvat twee tot acht eenheden.
- Stripauteurs die bij hun laatste werkbeursaanvraag een negatieve beslissing kregen, kunnen enkel een nieuwe aanvraag indienen met een grondig aangepast werkplan.
- Uiterlijk op 1 mei 2020 valt de beslissing over de subsidietoekenning. Alle aanvragers ontvangen een schriftelijke mededeling van het besluit, met algemene toelichting. Daarop kan de aanvrager Literatuur Vlaanderen vragen om een nadere motivering van het besluit.
Werkplan
Bron: Literatuur Vlaanderen