Staten-Generaal van de strip: aanbevelingen

Je bent hier:  Home » Nieuws » Staten-Generaal van de strip: aanbevelingen

Een voorproefje van Stripgids #10. Daarin vindt u een uitgebreid dossier over de ‘Staten-Generaal van de strip’.  Zeg maar: een stavaza van de stripsector in Vlaanderen (en bij voorzichtige uitbreiding: Nederland).

“Hoe gaat het?” Negen kansen op tien dat u daar met “ça va” op antwoordt. Maar leg die vraag eens voor aan een ‘stripwerker’ uit Vlaanderen of Nederland en u zal vast een antwoord horen.  Op de zeldzame uitzondering na – die zijn er natuurlijk wel – bevat zo’n repliek meestal de vaste tandem kommer en kwel. Naast een jeremiade is en weerklinkt er vaak geween en tandengeknars. Stripwerkers hebben zo hun redenen. Maar bij de pakken blijven neerzitten is geen optie. Een voluntaristisch pleidooi voor meer actie.

Revolutie!

Stripgids #10 presenteert  het dossier van de Staten-Generaal van de stripsector. Toegegeven, dat klinkt pompeus. Het begrip heeft een historische lading; in Frankrijk riep de koning tijdens het Ancien Régime geregeld de drie standen (adel, geestelijken en het grauw) bijeen voor de États-Généraux, een volksraadpleging avant la lettre. De laatste keer was in 1789 en mondde rechtstreeks uit in een gebeurtenis die de toenmalige westerse wereld grondig dooreen zou schudden: de Franse Revolutie. Daarmee willen we ons uiteraard niet meten.

“Eh? Debat?”, vraagt u? “Heb ik iets gemist dan?”

Maar toch: nog in Frankrijk vond vijf jaar terug de EGBD plaats, Les États Généraux de la Bande Dessinée, compleet met het grondig onderzoek L’enquête sur la situation des auteurs, uitgevoerd door een plejade van academici. En met een resem van cahiers de doléances, een soort van klaagbrieven van de bevolking, precies zoals in 1789. De Fransen kennen hun geschiedenis, zo blijkt.

Voor dit dossier hebben we twee zaken gedaan: om te beginnen presenteren we u in het blad een aantal artikels die u een inzicht willen bieden in de machinekamer van de stripsector, met aandacht voor relatief ‘droge zaken’ als vergoedingsmodellen, contracten en subsidies. En ook zaken waarbij u als lezer zich ongetwijfeld al meer kan voorstellen: een kijk op de stripwinkel en het hindernissenparcours dat debutanten afleggen. U krijgt ook, zoals bij ‘grote gebeurtenissen’ als deze gebruikelijk is, een speech op uw bord, zo zal u merken. Dit dossier is niet meer of minder dan een poging – weliswaar met lichte toetsen – om het debat een basis te geven en verder aan te zwengelen. “Eh? Debat?”, vraagt u? “Heb ik iets gemist dan?” Voor alle duidelijkheid: er is geen écht noemenswaardig debat over de stripsector in Vlaanderen en Nederland, er zijn alleen vele kleine stroompjes – noem ze in beleidstaal ‘indicatoren’ – die samenkomen en aanzwellen tot een grote stroom. Daarover zo meteen meer.

 

Etats Généraux 1789

Aanbevelingen, please

Om te komen tot dit dossier hebben we ons oor te luisteren gelegd bij een heleboel stakeholders, zoals ‘betrokkenen’ ook weleens genoemd worden. Die zijn te talrijk om hier met naam en toenaam te vermelden. Waaraan hebben zij nood? Wat kan er beter, anders georganiseerd worden? Wat kan of zou er moeten veranderen, met het oog op een duurzame toekomst van de stripsector? Uit die grote groep selecteerden we vervolgens een handzaam aantal ‘vertegenwoordigers’. Aan hen vroegen we om een aantal aanbevelingen te formuleren, vanuit diezelfde toekomstgerichte vraagstelling: hoe kan de stripsector in Vlaanderen groeien en meer impact hebben? Hoe kunnen we onze vele troeven te gelde maken, en meer doen ‘opbrengen’, in de ruimste zin van het woord? En, ten slotte: wie moet of mag dat dan allemaal doen? Want ja, het blijft nog steeds oneindig veel gemakkelijker te babbelen over zaken dan ze daadwerkelijk te veranderen. De beste stuurlui staan comfortabel aan wal, nietwaar.

 Opvallend is wel dat we in deze bescheiden rondgang in Vlaanderen een zekere koudwatervrees (of noem het defaitisme, vermoeidheid, of, in een zwartere kijk, desinteresse) bespeurden; een aantal kandidaat-respondenten gaf niet thuis. Geen tijd, “het zou beter op een andere manier gebeuren”, “dit brengt niets op”, of nog: medewerking beloven en zich vervolgens in radiostilte hullen. Wat er ook van zij: aan zeuren en klagen hebben we een broertje dood, dat gaan we hier dus niet doen. Zij die wel op onze uitnodiging ingingen, bezorgden doorwrochte werkstukken die getuigen van hun (vaak jarenlange) expertise. Gezien deze artikels vaak erg lang zijn uitgevallen, hebben we niet integraal in het tijdschrift opgenomen.

 Rest ons, voor we onze gemeenschappelijke tocht aanvatten, toch nog één belangrijke, voorafgaande vraag. Namelijk: waarom zou u dit allemaal moeten weten? Oké, u moet natuurlijk helemaal niets. Maar weet dat wat u als lezer, maker, uitgever, bibliothecaris, publieksmedewerker, galerijhouder, journalist … kortom, betrokkene, een rechtstreeks belang bij dit ecosysteem hebt. Wat u in de winkel (of, godbetert, online) aangeboden krijgt, is het resultaat van een complex proces waar verschillende krachten actief zijn. Om die te vatten, gesteld dat u dat zou willen, is meer nodig dan wat kretologie of ‘van horen zeggen’.

Download de volledige tekst met aanbevelingen via deze link.

Veel leesplezier!
De redactie – gro.sdigpirts@eitcader