De tentoonstelling Art Nouveau & Negende Kunst in het Belgisch Stripcentrum belicht de unieke relatie tussen twee kunstvormen. Aan de hand van een selectie beelden verken je het thema in al zijn diversiteit en ontdek je enkele van de belangrijkste vertegenwoordigers van de stroming. Van Brussel tot Parijs, via Oostenrijk en het huidige Tsjechië, maak je kennis met de grootmeesters van hun tijd. Victor Horta, Gustav Klimt en Alfons Mucha worden de helden van stripalbums die hun creaties vieren.
Art Nouveau & Negende Kunst neemt je mee op een onuitgegeven reis naar het hart van de belle époque, in één van de architecturale pareltjes van Victor Horta. Met deze tentoonstelling nodigen we je uit om enkele sleutelmomenten van deze periode opnieuw te beleven, samen met kunstenaars die de art nouveau herontdekken om werken naar hun evenbeeld af te leveren: sterk, ritmisch, kleurrijk en buitengewoon creatief.
Art nouveau inspireerde vele generaties stripkunstenaars. Onder al die auteurs springt er één spraakmakende naam in het bijzonder uit: François Schuiten. Je komt hem regelmatig tegen in de tentoonstelling, als een ambassadeur van een tijdperk, dat hem fascineert, en van een stad, Brussel, die hij altijd blijft verdedigen en tekenen.
Art nouveau inspireerde vele generaties stripkunstenaars. Onder al die auteurs springt er één spraakmakende naam in het bijzonder uit: François Schuiten
De uitdrukking “Belle Époque” wordt voor het eerst gebruikt in 1919 om te verwijzen naar de periode tussen 1890 en 1914. Tegen de achtergrond van de tweede industriële revolutie zijn het jaren van welvaart, vrede en feest. Sociale, economische, wetenschappelijke en technologische revoluties volgen elkaar in snel tempo op. Wereldtentoonstellingen zijn belangrijke ontdekkingsplaatsen
die de smaak voor innovatie vieren. Verschillende stripalbums gaan over deze sleutelmomenten.
De art nouveau-stroming kende een internationale verspreiding. De beweging kreeg eerst voet aan grond in Frankrijk en België, om daarna over heel Europa uit te waaieren en ook naar de Verenigde Staten te trekken. Elk land maakt zich de stroming eigen door bepaalde lokale tradities te integreren, waardoor telkens een hele nieuwe, eigen kunstvorm ontstond.
Vanaf het einde van de 19e eeuw werd de moderne taal van het stripverhaal verfijnd om tot een verhaal te komen dat verdeeld was in vakjes waarbij de dialogen in tekstballonnen stonden.
In 1905 maakte de Amerikaanse auteur Winsor Mc Cay Little Nemo in Slumberland. Meer dan 500 dromerige avonturen van de jonge Nemo werden tot 1914 elke zondag in de pers gepubliceerd. De grafische vindingrijkheid, de verhaalstructuur en de beheersing van kleur en perspectief maken dit werk tot een belangrijke referentie binnen de internationale stripwereld die tal van tekenaars inspireerde.
Of het nu gaat om het verhaal, de grafische stijl, de typografie of de lay-out, het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw blijft stripkunstenaars inspireren. Sommige pagina’s en omslagen weerspiegelen de typische lay-outs van het einde van de 19e eeuw. Het gebruik van medaillons, ronde kaders en decoratieve verfijning zijn erg in trek.
Nog tot 31 maart 2024 in het Belgisch Stripcentrum
Alle info op de website!
