“Bent u Achdé? Morris vond uw verhaaltje erg leuk.” Achdé noemde het zijn mooiste verjaardagscadeau toen Francine, de vrouw van Morris, hem in 1998 vertelde dat zijn hommage in goede aarde was gevallen bij de tekenaar van Lucky Luke.
Enige tijd later mocht de Fransman een kortverhaal rond Rataplan maken. Toen Morris in 2001 overleed, werd Achdé gevraagd om de avonturen van de cowboy verder te zetten. “Wat mij betreft, is een jeugdroom werkelijkheid geworden.”
Zoals zijn pseudoniem al aangeeft, is Achdé een man van traditie. Net als Hergé en Jijé ondertekent hij zijn werk met de uitgeschreven initialen van zijn echte naam, Hervé Darmenton. Hij tekende al strips op zijn drie jaar en kocht zijn eerste stripboek toen hij negen was: ‘Phil Ijzerdraad’ van ‘Lucky Luke’.
De jonge Hervé studeerde af als röntgenspecialist en liet zijn tekeningen rondslingeren in de wachtzaal, waar ze zijn patiënten aan het lachen brachten. Midden jaren tachtig besloot hij tekenaar te worden. Hij bracht zijn eerste album, ‘Destins croisés’, zelf uit in 1988.
De dertigjarige tekenaar kon daarna aan de slag bij Dargaud, waar hij, geïnspireerd door een reportage op televisie, begon aan ‘C.R.S. = Détresse’, een humoristische reeks over de Franse veiligheidstroepen. Na een tijdje werden de scenario’s aangeleverd door Raoul Cauvin. Daarnaast maakte hij ook ‘Fort Braillard’ met Roger Widenlocher, ‘La Esmeralda’ met Jean-Marc Stalner, ‘Damnés de la route’ met Michel Rodrigue en ‘Doc Véto’ met Christian Godard.
In 2003 kreeg Achdé de kans om de avonturen van Lucky Luke te tekenen: “Voor mij was dat een kinderdroom. Toen ik klein was, was Lucky Luke mijn favoriete held en wou ik tekenaar worden.” Ondertussen maakte hij zes albums: één met het collectief Claude Guylouis, bestaande uit Claude Klotz, Jean-Louis Robert en Guy Vidal, drie albums met komiek Laurent Gerra en twee met Daniel Pennac en Tonino Benacquista.
Achdé signeert zijn albums op de stripbeurs. Tussen 14 en 16 uur geeft hij in de Tuinzaal de workshop ‘Leer Lucky Luke tekenen’.