Een striptheoretische drenkeling, een kannibalistische schoonheid, mimende eilandbewoners, bijtgrage dwergen, een opdringerige cameraploeg… Wie denkt geen touw te kunnen vastknopen aan ‘Het 9e Eiland’, wordt gerustgesteld door auteur Marcel Ruijters. “In de Lage Landen associeert men absurdisme met losse cartoons: Kamagurka, Gummbah, Glen Baxter enzovoort. Mij interesseert verhalen vertellen veel meer dan korte grappen: bedenk een absurd gegeven en hou dat zolang mogelijk vol, zet een innerlijke logica voor dat verhaal op, bedenk verklaringen voor intuïtieve vondsten die op zich ook weer absurd maar toch acceptabel zijn. Een spannend verhaal vertellen is immers altijd het ongeloof van de lezer proberen op te schorten en het biedt me de mogelijkheid meer lagen aan te brengen dan een pats-boem-lachen-cartoon.”
Hoofdpersonage Scott spoelt aan op een quasi-onbewoond eiland. Gelukkig kon hij een kist strips redden, die voldoende aanleiding geeft tot het opzetten van striptheoretische exposés. “Ik vind het een gemiste kans dat Scott McCloud in zijn strips een droge lezing geeft in een ronduit saaie stijl”, aldus Marcel. “Ik wilde enkele persoonlijke ideeën over het medium demonstreren, zonder dat de lezer zich daar steeds nadrukkelijk van bewust is. Dat doe ik af en toe en die golfbeweging wordt dan een soort spelletje. Mijn Scott is natuurlijk een soort stand-in voor mijzelf en een uitlaatklep voor schaamteloze pedanterie. Kali is in feite de slimste van het stel, ze wijst hem dan ook regelmatig terecht. Dat gezegd hebbende: er mag best diep en hardop nagedacht worden over het medium, zeker in deze tijden van tegenwind. Met de valse bescheidenheid van ‘ach, ik teken poppetjes’ win je de oorlog niet.”
‘Het 9e Eiland’ leverde zelfs genoeg inspiratie aan Marcel om er ook zijn volgende stripproject op te bouwen. “Ik zit op een nieuw ei te broeden maar dat blijft voorlopig even geheim. Een tipje van de sluier: Pola, de kleindochter van Scott en Kali, gaat een belangrijke rol krijgen. ‘Het 9e Eiland’ is heel snel ontstaan – 200 pagina’s in anderhalf jaar – omdat ik er de tijd voor had. Voor de komende tijd zijn er veel projecten op de korte baan in het verschiet dus het tempo wordt iets lager.”