‘Voor wie de liefde’: één dichter, vijf illustratoren

Je bent hier:  Home » Nieuws » ‘Voor wie de liefde’: één dichter, vijf illustratoren

Geert Briers werkte jarenlang voor stripuitgever Ballon Media en is momenteel terug aan de slag bij Boek.be, onder meer organisator van de Boekenbeurs. Maar Geert is ook dichter. Zo deed hij tweemaal het Sportpaleis vollopen met een uiterst beperkt publiek voor ‘de kleinste mogelijke poëzievoorstelling in de grootst mogelijke indoor locatie’. In de Antwerpse bibliotheek Permeke stelde Geert onlangs zijn nieuwe bundel ‘Voor wie de liefde’ voor. De vijf gedichten werden ook geïnterpreteerd door vijf illustratoren: Hanco Kolk, Wauter Mannaert, Aimée de Jongh, Jan Bosschaert en Wilbert van der Steen.

“De bundel gaat over een Hij en een Zij die ‘tot over de grens’ van de liefde gaan, daar waar ze zich verliezen. In elkaar, door elkaar, met elkaar. De gedichten bekijken De Liefde door een caleidoscopisch perspectief: gedicht na gedicht kantel je in een ander facet. Het citaat vooraan de bundel, van Carlas Drummond de Andrade, zegt het allemaal: ‘… de liefde troost nooit.’ Ik denk wel dat dat klopt. Als je je hand in het vuur steekt dan helpt geen verpleging, de littekens blijven. Maar dat kan schoon zijn.

De bundel sluit af met een gedicht dat alle voorgaande in een ander perspectief plaatst (alweer). Omdat je in deze tijden van terreurdreiging geen tekst kan afleveren waar de realiteit niet doorheen klinkt. Omdat wij, net als de realiteit, ook altijd ons tegendeel zijn.

Ik beschouw poëzie als vuurstenen voor grotere brandhaarden. Poëzie moet mogelijk maken. De vertaling naar tekeningen door de vijf tekenaars is een absolute verrijking, een grote brandhaard. Het gedicht als vertrekpunt. Dat is ook steeds het uitgangspunt van de bundel geweest: ik schrijf de gedichten, bezorg deze aan de uitgever die de contacten heeft met de door mij gekozen tekenaars die volledig onafhankelijk de gedichten interpreteren en vertalen naar tekeningen.

De samenwerking met de illustratoren? Complete stress! Er golden twee voorwaarden: de tekenaar mag geen tekst gebruiken en de tekenaar beslist zélf of hij/zij met mij tijdens zijn/haar ‘vertaling’ over de gedichten wil praten. Dat is uiteindelijk nooit gebeurd. De gedichten en tekeningen werden in totale onafhankelijkheid gemaakt. Van een eigenlijke samenwerking was er dus geen sprake. Er was enkel het bange lange wachten tot álle tekeningen ingeleverd waren.”

De vijf tekenaars zijn allemaal, behalve zeer fijne mensen, ook kunstenaars waarvan ik het werk zeer hoog inschat. Hun onmiddellijke instemming was al ‘een cadeau’, maar zou mijn poëzie wel goed genoeg zijn voor hen om hun artistieke tijd aan te besteden? Weer stress! Eigenlijk mag je zeggen dat die ‘afwezigheid van samenwerking’ maakt dat deze bundel eerder zes auteurs heeft in plaats van slechts de dichter die de bundel schreef.

In de vormgeving van de bundel hebben we toch even moeten zoeken naar de verhouding tekening/gedicht. Uiteindelijk kozen we ervoor om eerst alle gedichten te brengen, gevolgd door een cahier grafiek met daarin de tekeningen gebundeld per tekenaar. Dit geeft de lezer rust, laat zowel de gedichten als de tekeningen in hun waarde en bij de tekeningen wordt steeds gerefereerd aan het gedicht. Het is dus aan de lezer in welke mate hij/zij gedicht en tekening aan elkaar linkt.”