Drie dagen geleden overleed op 95-jarige leeftijd André-Paul Duchâteau, een monument van de Belgische stripgeschiedenis.
Naast romanschrijver, journalist, scenarist van talrijke stripreeksen en bedenker van heel wat iconische striphelden, was hij als hoofdredacteur en artistiek directeur een van de boegbeelden van het weekblad Kuifje.
In zijn werkkamer staat een massieve en comfortabele tafel op een dik oosters tapijt. De rekken kreunen onder het gewicht van de vele werken die ze moeten dragen. Op een ervan staat de buste van Charles Vasseur, zijn overgrootvader, die aquarellist en lithograaf was. Ook een kunstenaar, dus. Voor de rest staan overal boeken – klassiekers van de grote auteurs van de negentiende en de twintigste eeuw: John Dickson Carr, Charles Dickens… – en strips van allerlei genres: politieverhalen, sciencefiction, fantasy. Vanaf een van de weinige lege planken staart een buitenaards wezen je aan met een melancholische blik in de ogen. Het staat afgebeeld op de cover van De mutanten van Xanaïa. Een geschenk van zijn vriend Grzegorz Rosinski. Het verbindt het verleden en de toekomst, want in deze kamer volgestouwd met papieren meesterwerken heeft André-Paul Duchâteau enkele van de mooiste pagina’s van de stripliteratuur geschreven.
“Het belangrijkste is dat je nieuwsgierig blijft… en dat je je kinderlijke enthousiasme niet verliest!”
André-Paul Duchâteau werd geboren in 1925, in Doornik, waar hij ook opgroeide. Hij was amper zeven toen hij in het weekblad Le Moustique S.-A. Steemans Six hommes morts ontdekte. Toen al ging hij op ontdekkingstocht in de wereld van de verbeelding. Als tiener schreef hij schriften vol en experimenteerde hij met grafische technieken. Zijn eerste roman, Meurtre pour Meurtre, publiceerde hij op zestienjarige leeftijd. Het werk verscheen in de collectie Jury, waar niemand minder dan Steeman aan het roer stond. Hij zou uitgroeien tot André-Pauls mentor en vertrouweling.
Vanaf midden jaren veertig schreef hij aan een sneltreintempo de ene novelle na de andere. Zijn verhalen verschenen eerst in Mystère-Magazine (meerdere van zijn werken zouden ook worden bewerkt om in Ellery Queen’s Mystery Magazine, de Amerikaanse versie van het blad te worden gepubliceerd). Later zouden ook de lezers van Fiction, 813 en Kuifje wegdromen bij zijn verhalen. Dat waren er heel wat. André-Paul Duchâteau heeft er enkele honderden geschreven. “Omwille van die snelle en korte verteltrant blijft de novelle een fantastische manier om een verhaal te vertellen, een boeiende schrijfoefening ook…”
Rik Ringers & Congo
In de jaren vijftig kruiste hij het pad van Tibet. In 1955 maakten ze samen ‘Rik Ringers’ voor het weekblad Kuifje. Ze zouden vrienden blijven voor het leven: “Om zestig jaar lang met iemand samen te werken, zonder ooit woorden te hebben, daarvoor moet je een héél sterke vriendschapsband hebben met elkaar. Tibet en ik hebben ons altijd geweldig geamuseerd. De tijd is voorbijgevlogen. Het was een mooi avontuur.”
In datzelfde jaar, 1955, verhuisde hij naar Congo. Hij ging er in Léopoldville wonen, waar hij aan het roer stond van L’Avenir en Actualités Africaines en een zekere Joseph Mobutu, een adjunct-boekhouder rekruteerde in het leger. André-Paul Duchâteau zou ook een dertigtal luisterspelen schrijven, die zouden worden uitgezonden op Radio-Luxembourg.
Van de jaren zestig tot tachtig van vorige eeuw kwam zijn carrière als stripscenarist in een stroomversnelling terecht. Hij werkte samen met William Vance (Bruce J. Hawker), Rosinski, Kas (Hans), Daniel Hulet (Farao), Christian Denayer (Yalek, Alain Chevallier, De brokkenmakers)… En ook met Tibet bleef hij in die periode samenwerken (Chick Bill). Zijn stripbibliografie telt net als zijn novellen een paar honderd titels. Naast stripscenarist was hij in die periode ook hoofdredacteur van Soir Jeunesse en het weekblad Kuifje. Vanaf 1989 kwam hij bij éditions Lefrancq aan het hoofd te staan van de collectie BDétectives.
Naast André-Paul Duchâteau als schrijver was er ook André-Paul Duchâteau: een echte gentleman, vriendelijk, attent… een ontwikkeld man ook. “Het belangrijkste is dat je nieuwsgierig blijft… en dat je je kinderlijke enthousiasme niet verliest!”
Bron: persbericht Le Lombard