Opiniestuk: En wat met de stripprijzen?

Je bent hier:  Home » Nieuws » Opiniestuk: En wat met de stripprijzen?

Vandaag leest u in De Standaard een opiniestuk van Stripgids, naar aanleiding van de nieuwe literaire prijzen die de Vlaamse regering in het leven wil roepen. Hier brengen we u, naast de link naar het opiniestuk, ook de originele, iets langere tekst.  

De literaire prijzen zijn dood, leve de literaire prijzen! Op de alternatieve Boekenbeurs in Antwerpen maakte Vlaams minister-president Jan Jambon afgelopen weekend bekend dat de Vlaamse overheid opnieuw twee literaire prijzen in het leven roept; een voor volwassenen en een voor jongeren, waarvan de eerste editie in 2022 zal plaatsvinden. Daarbij blijft de stripsector in de kou staan.

Jambon komt met de prijzentandem tegemoet aan een oude verzuchting van literair Vlaanderen: een momentum organiseren om aandacht te genereren en de verkoop aan te zwengelen. Goed voor een budget van 170.000 euro, met een cheque van 50.000 euro voor de winnaars van resp. de volwassenenliteratuur en de kinder- en jeugdliteratuur, nog wat voor die auteurs die de shortlist haalden en ten slotte ook iets voor het praktische geregel, de jury’s en andere kosten. Wie kan daar nu iets op tegen hebben? Alles dat ertoe bijdraagt dat auteurs en de literatuur in het algemeen ondersteund worden, is goed en lovenswaardig.

Maar tegelijk is het niet alleen doodjammer, maar ook een pijnlijke vergissing om het bekendste bastaardkind van de literatuur en de beeldende kunsten – strips dus – hierbij te vergeten. Net als bij ‘de literatuur’ valt er een serieuze boom op te zetten over de toestand van de stripsector in Vlaanderen. Cartoonist Lectrr meende een poos geleden in een fel becommentarieerde Facebookpost dat stripmakers zich stilaan mochten opmaken voor ‘Bokrijk’. Bokrijk, zo weet u, is het beroemde openluchtmuseum dat niet alleen oude gebouwen conserveert en toont, maar ook probeert oude ambachten nieuw leven in te blazen.

Cartoonist Lectrr meende een poos geleden in een fel becommentarieerde Facebookpost dat stripmakers zich stilaan mochten opmaken voor ‘Bokrijk’

Het is misschien niet eens zo’n overdreven metafoor voor de toekomst van deze sector, afgaande op de beroepskansen en het perspectief van het overgrote deel van de jonge (en ook minder jonge) makers. Al denken vermoedelijk de meeste mensen daar anders over; Vlaanderen (en bij uitbreiding België) is allang geen stripland meer, al doen de verkoopslijstjes van Boek.be en VisitBrussels, de toeristische dienst van Brussel, uitschijnen dat dat anders is. Kort door de bocht: het is bij heel wat stripmakers armoe troef. De meeste uitgeverijen houden er een relatief conservatieve houding op na waarbij het economische duo kosten-baten meer dan ooit de dienst uitmaken. Men klampt zich vertwijfeld vast aan de succesformules uit het verleden, ook al zijn de helden allang pensioengerechtigd. Nieuw talent krijgt amper kansen. Dit is, in een notendopje, de weinig rooskleurige situatie in Vlaanderen.

Dante Alighieri door Sandro Botticelli (c) Wikimedia

Een prijs kan mee een verschil maken; zowel voor een auteur, zijn of haar oeuvre en ‘de strip’ als geheel. “Hoe, maar de stripsector heeft toch al een prijs?” Juist, de Bronzen Adhemar, en dat al sinds 1977. Die was tussen 2003 en 2015 gekoppeld aan de Cultuurprijs voor de Strip van de Vlaamse Gemeenschap, met een gewaarborgde prijzenpot van 12.500 euro (en een expo in De Warande in Turnhout). De vorige cultuurminister, Sven Gatz, hervormde de cultuurprijzen van Vlaanderen tot de Ultima’s. Met slechts één Ultima voor alle verschillende literaire deeldisciplines. Sindsdien moeten de inrichters van de prijs, Stripgids, elke keer scharrelen en bang afwachten of de budgettaire puzzel weer past om een “momentum” te organiseren. Dat de prijs grote impact heeft, bleek in 2018 nogmaals. Toen won Jeroen Janssen, waarna hij in Angoulême mocht aantreden. Dit jaar gaat de prijs naar ‘de nieuwe Willy Vandersteen’, Charel Cambré, die de erkenning van de Vlaamse gemeenschap voor zijn oeuvre verdient (‘Amoras’, ‘Jump’, enz.)

Bronzen Adhemar

Prijzen gaan over veel meer dan het prijzengeld alleen. Het gaat ook over symbolisch kapitaal waarmee een overheid te kennen geeft wat ze belangrijk en relevant vindt. Frankrijk bijvoorbeeld, kondigde  tijdens het bekende stripfestival van Angoulême in 2019 aan dat ‘2020, l’ Année de la BD’ zou worden, met een waaier aan initiatieven en middelen. De Franse minister van Cultuur Frank Riester verklaarde bij de start in januari dit jaar: “Dit [jaar] is een kans om een ​​kunstvorm die in Frankrijk erg populair is verder te belichten.  Strips komen nog te weinig aan bod in de openbare instellingen. Het jaar is ook de gelegenheid om de spots te richten op de buitengewone kunstenaars die stripauteurs zijn.” In Vlaanderen moeten we op die erkenning blijkbaar nog maar wat wachten.

 

De redactie, staf, vrijwilligers, raad van bestuur en algemene vergadering van Stripgids.

De link naar het stuk op de website van De Standaard vindt u hier: https://www.standaard.be/cnt/dmf20201103_97944100