“Het was alsof ik op bezoek ging bij een stel oude vrienden. Ik kon niet stoppen met lezen. Steengoed, die strips.” Toen Barbara Stok (50) vorig jaar werd gevraagd om de scenario’s te gaan bedenken voor ‘Jan, Jans en de kinderen’, sinds 1970 in weekblad Libelle, ging ze terug in de tijd. “Ik had vroeger een schoolagenda van Jan, Jans en de kinderen. Ik moest heel hard lachen om de chocopudding in de vorm van een drol.”
De strip over de familie Tromp (vader Jan, moeder Jans met puntneus, puberdochter Karlijn en de eigenwijze Catootje) weerspiegelt al meer dan een halve eeuw roerige maatschappelijke ontwikkelingen in Nederland. Van emancipatie en de pil tot thuiswerken met een computer. Burn-outs, seksualiteit en nog veel meer.
Van 1970 tot 1999 bedacht en tekende Jan Kruis de strips zelf. Hij verkocht de rechten aan uitgeverij VNU/Sanoma en vanaf dat moment worden ze gemaakt door Studio Jan Kruis. Sinds november schrijft Barbara Stok de scenario’s. “Een grote eer. Jan, Jans en de kinderen waren er altijd in mijn jeugd. Mijn oma had de Libelle en thuis hadden wij de albums.”
Ze groeide zelf met het tekenpotlood in haar hand en de typte er al van jongs af aan op los. Als twintiger las ze het liefst Amerikaanse striptekenaars zoals Joe Matt, Peter Bagge of Aline Kominsky-Crumb. “Maar onbewust heeft Jan Kruis zeker een rol gespeeld in mijn eigen carrière. De verhalen zijn gebaseerd op zijn gezin en zijn dus nauw verwant aan het autobiografische genre.”
Ze woonde na haar middelbareschooltijd een periode in Amerika, drumde in een band en volgde lessen aan de Fotoacademie in Den Haag. Op haar 24ste ging ze stripverhalen maken, aanvankelijk naast haar baan als journalist en fotograaf. Het is een leven dat ze eigenlijk niet zag aankomen. “Ik heb altijd meer in de muziekscene gezeten. Nog steeds ga ik wel graag naar concerten, maar niet naar stripfestivals. Ik wilde gewoon mijn ervaringen op papier zetten en dat sloeg aan. Ik kan er mijn ei in kwijt.”
“Ik moest heel hard lachen om de chocopudding in de vorm van een drol.”
In 2012 maakte ze wereldwijd naam met haar stripboek over Vincent van Gogh. “Daar ben ik trots op. Vooral dat mensen hebben begrepen wat ik ermee wilde vertellen. Bijvoorbeeld dat Vincent zichzelf zag als een klein schakeltje in het grote geheel van de geschiedenis. En als onderdeel van de natuur. Hij voelde tijdens het schilderen de banden die ons allen verenigen. Uit zo’n verhaal kunnen we zingeving of troost halen.” Momenteel werkt ze ook aan een beeldroman over een vrouwelijke filosoof uit de Griekse oudheid.
Voor de strip in Libelle schrijft Barbara Stok alleen de scenario’s, Studio Kruis verzorgt de tekeningen. “In Nederland een ongebruikelijke werkwijze, maar wel fijn. Tekenen is noeste arbeid en het bedenken van de verhalen vind ik persoonlijk het leukste.” Ze schrijft er 88 per jaar, waarvan een deel bestemd is voor de Libelle en de rest voor de albums.
Ze gebruikt geen onderwerpen uit haar eigen leven. “Er zijn zoveel ideeën die ik in mijn autobiografische strips niet kwijt kan, dus dit is een mooie kans om daar wat mee te doen. Qua thema’s ben ik vrij. Soms dragen ze vanuit de Libelle een onderwerp aan, maar de meeste bedenk ik zelf.”
Het spreekt haar aan dat de strip van Jan Kruis altijd actuele onderwerpen heeft aangekaart – “thema’s als vegetarisme en bommoeders (bewust ongehuwde moeders), dat zat er al heel vroeg in. Ik behandel ook pittige, actuele onderwerpen in luchtige alledaagse situaties. Zo werd Jan laatst ontslagen vanwege corona. Zelf identificeerde ik me vroeger het meest met Catootje: een heel open en stoer meisje.”
Is dat lastig, in de voetsporen treden van Jan Kruis? Brengt dat veel druk met zich mee? Stok: “Niet bepaald. Ik vind het gewoon ontzettend leuk. Natuurlijk ben ik heel kritisch op mezelf en probeer ik de kwaliteit van Kruis te benaderen. Ik lees ook veel oude strips ter inspiratie, maar ik probeer niet in zijn schoenen te gaan staan. Mijn eigen schoenen zitten goed.”
Ze heeft Jan Kruis (1933-2017) een paar keer ontmoet. “De eerste keer was bij een uitreiking van een stripprijs waarvoor ik was genomineerd. Toen zei hij tegen mijn ouders: ‘Zij gaat het nog ver schoppen!” Later ontmoette ze hem nog een keer in haar woonplaats Groningen. “We gingen elk jaar met een groepje van ‘de Noordelijke Tekentafel’ uit eten. We betaalden dan allemaal met een striptekening, het hele restaurant hangt inmiddels vol. Daar sprak ik hem. Hij was een heel vriendelijke man, heel geïnteresseerd. Ondanks het informele karakter bleef hij voor mij toch de grote Jan Kruis. Iemand waar ik tegen opkeek. Ik had er veel moeite mee om ‘je’ te zeggen tegen hem, het werd toch altijd u.”
Voor onderwerpen heeft Barbara Stok haar voelsprieten altijd uitstaan. “Ik schrijf alles op en dat gooi ik in een map. Aan het eind van de week trek ik de map open en dan kies ik een onderwerp. Dan ga ik brainstormen. Meestal samen met mijn man. Dan werken we samen het onderwerp uit tot een leuk idee. Daarna ga ik schrijven, net zolang tot ik tevreden ben.”
Bron: de Volkskrant