Expotip: Marc Sleen en Afrika

Je bent hier:  Home » Nieuws » Expotip: Marc Sleen en Afrika

In 2022 is het 100 jaar geleden dat Marc Sleen geboren werd en 75 jaar geleden dat zijn bekendste strip Nero voor het eerst verscheen. Ter gelegenheid van dit jubileum confronteert de Stichting Marc Sleen het postkoloniale werk van Marc Sleen met de zelfbewuste strips van negen zwarte stripmakers uit het Afrikaans continent en van de in Europa wonende diaspora.

Het Nederlandssprekende deel van België ontdekte in de jaren ’60 de fauna en flora van Afrika dankzij de safari-films van striptekenaar Marc Sleen. Hij trok er Vlaanderen mee rond en liet ook de televisiekijkers kennis maken met het mooiste dat het Afrikaans continent aan natuur en wild te bieden had. Ook in zijn bekende Nero-albums kwam de natuurpracht van Afrika ruim aan bod. Sleen ging van 1962 tot 1993 maar liefst 35 keer op safari in landen als Oeganda, Burundi, Tanzania, maar nog het meest in Kenia.

Ondanks zijn fascinatie voor Afrika en haar bevolking, ontsnappen de stripverhalen van Marc Sleen niet aan de clichés, vooroordelen en mythes over de zwarte bevolking die zo kenmerkend waren voor het koloniale en postkoloniale België. Gekleurde personages werden vaak als dom afgebeeld, spreken kromtaal en zijn bijgelovig. Het volstaat dat een blanke een masker opzet, of de inheemse bevolking onderwerpt zich. De zwarte personages worden ook vaak als menseneters opgevoerd, die niets liever willen dan een blanke in de kookpot smijten. Striptekenaars ondersteunden op deze manier een valse beeldvorming die de uitwassen van het kolonialisme moest legitimeren. 

Marc Sleen kreeg gedurende zijn loopbaan meermaals de kritiek dat zijn strips racistisch konden ervaren worden door de stereotype manier waarop hij zwarte en andere uitheemse volkeren portretteerde

In sterk contrast daarmee staat de evolutie van het gekleurde personage Petoetje uit Nero. Bij zijn eerste verschijning in 1950 wordt hij nog in een lendendoekje en met dikke lippen afgebeeld. In het album De X-bom, amper vijf jaar na zijn eerste verschijning, is van de stereotypering van Petoetje geen spoor meer. Hij is een volwaardig personage, zonder de karikaturale lippen en blijkt, dankzij het eten van witloof, uitgegroeid tot een jong genie. Met Petoetje creëerde Sleen het eerste gekleurde Belgische stripfiguur dat volwaardig zijn rol opneemt zonder dat zijn ras er nog toe doet.

Tot het einde van de 20ste eeuw blijven in strips de etnische stereotypen alom aanwezig in het Europese beeldverhaal. Ook Marc Sleen kreeg gedurende zijn loopbaan meermaals de kritiek dat zijn strips racistisch konden ervaren worden door de stereotype manier waarop hij zwarte en andere uitheemse volkeren portretteerde. Sleen ergerde zich aan dat verwijt, omdat hij karikaturen in strips logisch vond. Maar wie de stripverhalen van toen met de bril van vandaag bekijkt moet erkennen dat de manier waarop de zwarte en gekleurde bevolking werd voorgesteld, vandaag niet meer aanvaardbaar is.

Marc Sleen op safari (c) Standaard Uitgeverij

Congo Comics, in het Museum Marc Sleen, Zandstraat, Brussel
https://www.marcsleen.be

Lees de introductietekst van Barly Baruti, de curator van de expo.
En nu u toch aan het lezen bent, neem dan ook een kijkje bij ons artikel over de overzichtstentoonstelling ‘Een eeuw in verandering’ in het Stripmuseum.